De regels voor intern toezicht in de jeugdzorg veranderen ingrijpend. Met de nieuwe 'Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg' wordt intern toezicht per 1 januari 2026 verplicht voor een groot deel van de jeugdzorgaanbieders.
De wet is inmiddels gepubliceerd en het ministerie van VWS heeft de belangrijkste eisen toegelicht.
Voor wie geldt de verplichting?
De interne toezichthouder is verplicht voor:
- Gecertificeerde instellingen (GI’s)
- Jeugdhulp met verblijf: aanbieders met 11 of meer jeugdhulpverleners
- Ambulante jeugdhulp: aanbieders met 26 of meer jeugdhulpverleners
Het is niet verplicht voor kleinere organisaties onder deze drempels, solistisch werkenden, gemeenten (en quasi-inbestede teams) en aanbieders die alleen vervoer leveren.
Wat houdt de verplichting in?
De regeling bepaalt dat iedere organisatie die onder deze wet valt:
- Een interne toezichthouder heeft die onafhankelijk is van het bestuur
- Minimaal drie natuurlijke personen benoemt als toezichthouders
- Leden benoemt voor maximaal vier jaar, met één mogelijke herbenoeming
- Een profielschets opstelt voor de RvT
- Bevordert dat ten minste één lid ervaringsdeskundigheid in de jeugdzorg meebrengt (bijv. als ouder, jeugdige, professional of GI-medewerker)
De interne toezichthouder houdt toezicht op het beleid van het bestuur, de financiële positie en de kwaliteit van de jeugdhulp. Het bestuur informeert de toezichthouder ten minste eenmaal per jaar over strategie, risico’s en beheersing, zodat goed toezicht mogelijk is.
Wat betekent dit in de praktijk?
Voor veel middelgrote en kleinschalige jeugdzorgaanbieders betekent dit dat zij voor het eerst een raad van toezicht moeten instellen. Dat vraagt niet alleen om het vinden van drie geschikte leden, maar ook om het nadenken over rolverdeling, onafhankelijkheid en benodigde ervaring.
Voor organisaties die al een raad van toezicht hebben is dit het moment om samenstelling en reglement te toetsen: zijn er (neven)functies die onafhankelijkheid kunnen raken, is ervaringskennis aanwezig en kloppen termijnen en afspraken?
Kom je door groei boven de drempel (11 verblijf / 26 ambulant), dan geldt een overgangstermijn van maximaal zes maanden om het intern toezicht te organiseren.
De profielschets wordt verplicht
De wet schrijft een profielschets voor. Daarmee bepaal je bewust welke kennis, ervaring en achtergronden nodig zijn voor goed toezicht en borg je dat de raad onafhankelijk en evenwichtig wordt samengesteld.
Als je wilt helpt Wtzatoezicht je met de Profielservice Jeugdzorg om snel en zorgvuldig zo’n profiel op te stellen. Zo voldoe je aan de wettelijke verplichting én leg je de basis voor een RvT die echt iets toevoegt.
Goed toezicht gaat verder dan voldoen aan regels
De wet geeft een helder minimumkader. In de praktijk draait goed toezicht om mensen die elkaar aanvullen, doorvragen en scherp houden op waar het om gaat: goede en beschikbare jeugdhulp.
In het kort
| Onderdeel | Wat er verandert |
|---|---|
| Verplichting | Intern toezicht wordt verplicht voor jeugdzorgaanbieders > 10 (met verblijf) en > 25 (ambulant) |
| Onafhankelijkheid | Toezichthouders moeten onafhankelijk zijn van bestuur en vrij van (financiële, personele, familiale) belangen |
| Aantal leden | Minimaal drie personen |
| Termijnen | Benoeming voor vier jaar benoeming, één herbenoeming mogelijk |
| Ervaringslid | Bevordering van minimaal één lid met jeugdzorgervaring |
| Profielschets | Verplicht document voor samenstelling van de raad |
| Overgangstermijn | Bij drempeloverschrijding: maximaal zes maanden om toezicht in te richten |
Intern toezicht in de jeugdzorg goed regelen?
Onze gids “Intern toezicht goed geregeld” helpt je stap voor stap op weg.
Je leest wat de nieuwe wet precies vraagt, of jouw organisatie onder de verplichting valt en hoe je het toezicht in de praktijk goed organiseert.
Vraag de gids gratis aan en je ontvangt hem direct per mail:

